Als leerling Beeldende en Architecturale Vorming wil je met beeld en architectuur experimenteren, alsook intellectueel uitgedaagd worden. Je krijgt een sterke theoretische basis. Vanuit diepgaand onderzoek wil je artistieke oplossingen creëren.
Wat kan je verwachten van deze opleiding?
Aan de hand van concrete, gestructureerde maar ook vrijere, meer conceptuele opdrachten verdiep je je in het Beeldende en het Architecturale. Je gaat abstraherend aan de slag, ontwikkelt je eigen ideeën en bedenkt originele concepten.
Binnen de Beeldende Vorming leer je de basisprincipes om zorgvuldig te tekenen naar waarneming (met een digitale uitbreiding). Je maakt kennis met verschillende materialen, beeldende technieken en basiselementen zoals lijn, vorm, kleur en textuur. Ze helpen je om twee- en driedimensionale artistieke uitdagingen op een abstracte manier aan te gaan. Je maakt schilderijen, illustraties, grafiek, collages en assemblages, maar ook textiel, sculpturen en installaties.
Binnen de Architecturale Vorming experimenteer je met de mogelijkheden van de basisprincipes van architectuur. Je analyseert de verhoudingen en de geometrie die te zien zijn in de natuur (zoals de Platonische lichamen en de gulden snede). Je vertaalt deze naar architecturale sculpturen.
Je onderzoekt grondig de hedendaagse beeldcultuur en de kunstgeschiedenis. Je leert kritisch kijken naar beelden die ons dagelijks bereiken via de verschillende media. Je gaat door een persoonlijk en creatief denk- en werkproces waarbij groei en experiment centraal staan. Een logboek vormt hierbij een leidraad om na te denken over wat je hebt ervaren en geleerd. Je geeft er je proces, onderzoek en voorstudies vorm. Elke opdracht bevat een theoretisch luik dat je in het logboek verwerkt. Het ontwikkelen van en reflecteren over een eigen beeldende en architecturale taal staat centraal.
In het 3e jaar (1ste leerjaar van de 2e graad)
Je behaalde een getuigschrift van het tweede leerjaar van de eerste graad van het secundair onderwijs met bijhorend oriënteringsattest A of B (aandacht voor de clausulering!). Je volgde in de eerste graad een afdeling met een stevige wiskundige, wetenschappelijke en taalkundige basis. Met een oriënteringsattest C na een eerste leerjaar van de tweede graad in het ASO, TSO of KSO moet je overzitten.
In het 4e jaar (2e leerjaar van de 2e graad)
Je behaalde een oriënteringsattest A of B (let op de clausule!) na een eerste leerjaar van de tweede graad ASO of TSO. Je volgde in het derde jaar een afdeling met een stevige wiskundige, wetenschappelijk en taalkundige basis. Met een oriënteringsattest C na het tweede leerjaar van de tweede graad in het ASO, TSO of KSO moet je overzitten.
Een gedetailleerd overzicht van toelatingsvoorwaarden binnen het secundair onderwijs, vind je via deze link.
Wat na de 2e graad?
In de derde graad kan je kiezen voor Beeldende Vorming – optie talen, Beeldende Vorming – optie wiskunde of Architecturale Vorming.
Indien een derde graad Vorming voor jou te theoretisch is en je meer uren in het atelier wil doorbrengen, kan je ook kiezen voor Beeldende kunst – Focus Audiovisuele kunst, Illustratie & Tekenkunst , Schilder- & Beeldhouwkunst of Textielkunst.